Welke afwerkingsgraden bieden we?
'Schilderklaar' is niet eenduidig gedefinieerd en betekent niet dat direct kan worden gestart met schilderen. De term zegt niets over de afwerking of vlakheid.
​​​​
Wij houden rekening met welke vlakheid-tolerantie dat van u wordt verwacht. Meer informatie hierover vindt u bij punt 3 onderaan deze pagina.
​​​​
​​
1. Hoe voer je een visuele controle uit? ​​
​​
Pleisterwerk moet je visueel controleren vóór het verder wordt afgewerkt.
Je doet de controle:​​
​
-
Bij natuurlijk licht
-
Met het blote oog
-
Vanop een afstand van twee meter
-
En loodrecht op het oppervlak
​
​
2. Zijn kleurverschillen in het pleisterwerk aanvaardbaar?
​​
Kleurverschillen op een bepleisterd oppervlak zijn perfect aanvaardbaar:
-
Ongelijkmatige omstandigheden bij het drogen en uitharden
-
Gedeeltelijke absorptie van de ondergrond
-
Kleurverschillen in de ondergrond
Zulke verschillen hebben namelijk geen invloed op pleisters die bedoeld zijn om verder af te werken.
​​​
​​
3. Beoordeling van de kwaliteit van de gladde afwerking
​​​
De architect of bouwheer moet in het bestek vermelden welke vlakheid-toleranties en afwerkingsgraad (normaal of speciaal) hij voor de binnenbepleistering verwacht.
​​
Het kwaliteitsniveau dat uw klant wenst, is normaal gezien vastgelegd in de contractuele bepalingen.
De gladde afwerking van pleisterwerk kent vier kwaliteitsniveaus: van Q1 tot Q4 (zie tabel).
Is dat niet zo, dan mag je uitgaan van kwaliteitsniveau Q1. Zoals de tabel aangeeft, is er op het gebied van toelaatbare onregelmatigheden geen verschil tussen Q1, Q2 en Q3. Enkel Q4 vereist zorgvuldiger werk.​​
Niveau (3) | Gladde uitvoering | Onregelmatigheden (4) | Golvingen |
|---|---|---|---|
Q1 | Geen vereisten | 4 / 4 m2 | 2 / 2 |
Q2 | Ondergrond voor structuurbehang, structuurbekleding of structuurverf | 4 / 4 m2 | 2 / 2 |
Q3 | Ondergrond voor matte verf (5), glad behang of gladde wandbekleding | 4 / 4 m2 | 2 / 2 |
Q4 | Ondergrond voor halfglanzende (satijn)-verf en/of scheerlicht (6) | 2 / 4 m2 | 2 / 2 |
-
Het oppervlak mag geen plaatselijke putten of krassen vertonen van dieper dan 1 mm, noch andere systematisch oppervlaktegebreken of krimpscheuren die te wijten zijn aan de droging van de bepleistering. Netvormige haarscheurtjes zijn wel aanvaardbaar.
-
Het kwaliteitsniveau wordt nagegaan door het fictief verschuiven van een vierkant met zijden van 2 m.
-
Geen kwalitatief onderscheid tussen Q1, Q2 en Q3. Tenzij anders vermeld, wordt ervan uitgegaan dat Q1 van toepassing is. Gladde bepleisteringen (kwaliteitsniveaus Q1 tot Q4) vereisen systematisch voorbereidende werken voor bepaalde afwerkingen (niet door de stukadoor) (zie § 5 van voor schilderwerken).
-
Onregelmatigheden: plaatselijk onregelmatig gepolijste zones van maximaal 0,5 dm², spaanstrepen of zandkorrels.
-
Sommige matte verven vereisen kwaliteitsniveau Q4. Dit moet door de opdrachtgever gemeld worden aan de stukadoor.
-
Voor de toepassing van glanzende verven kunnen aanvullende eisen gesteld worden.
